Dubac 2 kansloos tegen ’t Vrijthof Libre !

Op een regenachtige 6 december, Sinterklaasdag, was een gehavend Dubac 2-team in het gezellig volle
café van Frans en Petri Smetsers duidelijk niet in staat tot een surprise. Door de vakantie van Jo Roest en
de buikgriep van Jos Bierens moesten Paul Konings en Ep Visser namens de club uit De Smis het
Duizelse vaandel hoog zien te houden.
Paul trof het in de eerste partij niet, dat aan Oirschotse kant Rob van de Boom werd vervangen door
routinier Nol van Stralen, die vanaf de eerste beurt geen twijfel over zijn bedoelingen liet bestaan en met
series van 12, 16, 17 en weer 16 na 8 beurten al 68 van zijn te maken 100 caramboles op de teller had
staan. Paul slaagde er niet in om controle over de ballen en het biljart te krijgen en kon op dat moment
met 24 punten alleen nog hopen op een grote serie om de de zaak te redden. Die kwam er niet en omdat
Nol weigerde ook maar iets van zijn voorsprong in te leveren was het pleit na zeventien beurten beslecht:
100 caramboles tegen 47, 15 tegen 4 wedstrijdpunten met moyennes van 5,88 en 2,76.
Gelukkig voor Dubac was Ep Visser absoluut niet onder de indruk van de opgelopen achterstand. Hij ging
met 23 caramboles in de eerste drie beurten in zijn treffen met Jan van de Biggelaar als een komeet uit de
startblokken en bouwde de aldus verkregen voorsprong met series van 15, 20 en 18 gestaag uit. Jan, met
zijn gedachten kennelijk al in Thaise sferen, kon daar met uitzondering van een serie van 13 in de
zestiende beurt vrijwel niets tegen uitrichten. Na 20 beurten had Ep de achterstand uit de eerste partij
volledig rechtgetrokken met 100 tegen 52 caramboles, 15 tegen 4 wedstrijdpunten in moyennes van 5,00
en 2,60.
Wim van Pelt moest als gelegenheidskopman ervaren, dat hij ondanks een goed begin geen moment
opgewassen was tegen alleskunner Henk van der Leeden, die met series van 22, 27, 42 en 32 na zeven
beurten al 126 van de benodigde 160 punten had verzameld en die het daarna in een wat rustiger tempo
uitspeelde: 160 tegen 63 caramboles na achttien beurten, 8,88 tegen 3,50 in moyenne en 15 tegen 6
wedstrijdpunten zorgde voor een eindstand van 34 tegen 25 in het voordeel van een van de titelkandidaten
uit de C1-competitie.